Bodemruimte
Bodem bepalend
Vroeger was de bodem bepalend voor de manier waarop de grond in gebruik werden genomen. Zo zien we dat de oude Friezen de plaatsen van hun nederzettingen heel secuur kozen. Zij vestigden zich op de hogere ruggen die ontstonden bij het dichtslibben van de stroomgeulen in het kwelderlandschap. Nog steeds is de ruimtelijke structuur van het gebied tussen Bolsward en Franeker zichtbaar op dit principe gebaseerd.
Nederzettingen op terpen ten noorden van Sneek gesitueerd op de rand van (verzande) voormalige vloedkreken. Na tweeduizend jaar is dit patroon nog goed herkenbaar in het landschap.
Tegendraads bij verstedelijking
In de twintigste eeuw raakte de mens overmoedig in zijn streven de omgeving naar zijn hand te zetten. Waar verstedelijkt werd in laag Nederland werd een gebied opgespoten en begon men met de stedebouwkundige inrichting op een 'tabula rasa', een lege vlakte. Toch streden bodemkundigen nog voor een verfijndere aanpak, zoals het plan van Bijhouwer voor Kethel, bij Schiedam. De slappe veenbodems kregen daarin een groene bestemming, de steviger zand- en kleibodems een meer bebouwde.
Belangrijk voor de land- en tuinbouw
In de plannen voor het landelijk gebied bleef de bodem belangrijk. Met name voor de akkerbouw maakt het natuurlijk voortbrengend vermogen nogal verschil uit. Voor de bollenteelt was de spanning met de verstedelijking groot, hier speelt nog steeds de combinatie tussen teelten die veel opbrengst genereren, de specifieke grondsoort en de mogelijkheden voor verfijnd peilbeheer.
De bodemsanering
Bodembeleid betekende lange tijd vooral bodemsanering. Toen de eerste gevallen van bodemverontreiniging bekend werden, is bodemsanering opgezet als een beperkte operatie die door de rijksoverheid kon worden uitgevoerd. Naarmate de omvang van de verontreinigingsproblematiek duidelijker werd, groeide de saneringsaanpak uit. Het werd een decentraal geregisseerde operatie waarbij zoveel mogelijk wordt aangesloten bij ruimtelijke en bedrijfsmatige initiatieven. Ook het doel van bodemsanering veranderde. In het begin werd er naar gestreefd om de verontreiniging volledig te verwijderen. Allengs is dit gewijzigd in het opnieuw beschikbaar maken van verontreinigde bodems voor ruimtelijke ontwikkelingen en het gewenste maatschappelijke gebruik.
Bodem in de ruimtelijke ontwikkeling
In de Tweede Nota (1966) werd al een verband gelegd tussen bodem en landschap.
In de beleidsbrieven bodem (2003) en ondergrond (2004) werd het bodembeleid verbreed en werd het belang van het meenemen van de bodem in het ruimtelijk planproces benadrukt. Voor de invulling daarvan werd de handreiking plannen met de ondergrond ontwikkeld, de bodemkwaliteiten werden hierin centraal gesteld (in www.ruimtexmilieu.nl). Parallel werd de routeplanner bodemambities ontwikkeld (www.bodemambities.nl). In 2009 werd de behoefte tot verbreding en verdieping van het bodembeleid neergelegd in het 'Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlokaties'. In 2010 werd de in de beleidsvisie duurzaam gebruik ondergrond uitgewerkt hoe bodem beleidsmatig een leidende en integrerende rol kan spelen. In 2011 verscheen de handreiking Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling (http://www.handreikingdro.nl/thema-s/bodem-en-grondwater/) hierin worden de verbanden tussen bodem en ruimte op verschillende schaalniveau’s uitgewerkt.
Bodem op de bagagedrager
Het is dus belangrijk dat de bodemkwaliteiten een plek krijgen in gebiedsprocessen. Via functiecombinaties kunnen goede aanknopingspunten ontstaan. De bodemopgaven en de kansen die de bodem biedt kunnen daarbij hun plek krijgen in de gebiedsontwikkeling.
Uitbuiten bodemhistorie
In de nu lopende discussies over gebiedsontwikkeling lijkt er een brede overeenstemming te zijn over de versterking van de betrokkenheid van de bewoners met hun directe omgeving. Teruggaan naar het ontstaan van het gebied en elementen daarvan gebruiken om de identiteit van het gebied te versterken biedt hiervoor mooie kansen.
De veenweidegebieden
De veenweidegebieden hebben al jaren een bijzondere plek gekregen in het ruimtelijk beleid. Deze voor Nederland zo kenmerkende landschappen zijn immers in versneld tempo aan het verdwijnen door bodemdaling. Structurele oplossingen blijken moeilijk te vinden. Vertraging van het proces kan wel worden gerealiseerd, maar vraagt om bijzondere maatregelen.